Voor de serie Blokboek Geschiedenis van Educatieve Uitgeverij Kinheim heb ik de teksten herschreven, waarbij de kenmerkende aspecten het uitgangspunt waren.
Geschreven bronnen
Zo’n tweeduizend jaar geleden reisde in ons land een Romeinse legerofficier rond met de naam Plinius de Oudere. In zijn vrije tijd schreef hij zijn ervaringen op. Hij schreef over de Friezen en was een van de eersten die iets over de bewoners van het huidige Nederland schreef. Hiermee eindigt de prehistorie.
Met de komst van de Romeinen leerden de bewoners hier het Latijnse schrift en de Latijnse taal kennen. De letters van het Latijnse schrift gebruiken wij nog steeds, net als het grootste deel van de wereld. Er zijn ook andere vormen van geschreven taal, bijvoorbeeld het Arabisch of het Chinees.
Ontdekking van het schrift
Het schrift is een belangrijke ontdekking geweest. Op deze manier bleven verhalen en informatie bewaard. Veel vormen van schrift zijn in de loop van de tijd verdwenen. Zo gebruikten de Egyptenaren duizenden jaren geleden hiërogliefen om te schrijven.
De Romeinen namen het alfabet over van de Grieken. Het woord alfabet komt van de twee eerste Griekse letters: alfa en bèta. De Grieken hebben de letters weer overgenomen van de Feniciërs. Net als de Grieken was dit een volk dat over de Middellandse Zee voer om handel te drijven. Hiervoor had men een eenvoudig soort tekens nodig om afspraken op te schrijven. De tekens (letters) die zij gebruikten, konden andere volken ook gebruiken. Zelfs als men niet dezelfde taal sprak. De Grieken pasten de letters een beetje aan, net als de Romeinen.
Griekse en Romeinse cultuur
Lang voordat de Romeinen in ons land verschenen, leerden ze de Griekse cultuur kennen. Ze kregen er veel bewondering voor. De Romeinen namen niet alleen het alfabet over, maar ook de Griekse goden, de bouwkunst en andere zaken. Dankzij de Romeinse veroveringen werd de Griekse en Romeinse cultuur in Europa verspreid. Deze cultuur kom je vandaag de dag nog overal tegen.
Op het gymnasium leren kinderen bijvoorbeeld nog steeds Grieks en Latijn. Wist je dat iedereen wel een beetje Grieks of Latijn spreekt? Het woord school komt van het Latijnse schola en het Griekse scholè, wat overigens ‘vrije tijd’ betekent. Maar ook woorden als bibliotheek, kalender, pagina en biologie komen oorspronkelijk uit deze oude talen.
Democratie komt uit het Grieks.
De woorden demos en kratos betekenen zoiets als ‘macht van het volk’. In de
Griekse stad Athene bestond in die tijd al een democratie. Het betekende dat
alle vrije mannen bij elkaar kwamen om te stemmen en te beslissen over het
bestuur van de stad. Vrouwen en slaven mochten niet meedoen.
Tegenwoordig komt democratie in heel veel landen voor. Vrijwel alle Europese
landen worden democratisch geregeerd, net als de Verenigde Staten. En ook al
heeft Nederland een koning, dankzij de Tweede Kamer heeft het volk hier toch macht.
Alle Nederlanders van 18 jaar en ouder mogen stemmen en dus een beetje
meebeslissen.
Misschien ken je ook het woord justitie? Dit komt uit het Latijn en betekent rechtvaardig. De Romeinen kenden al rechtbanken. Als twee Romeinen bijvoorbeeld ruzie hadden over een erfenis, werd het via de rechtbank opgelost. De rechter gebruikte hiervoor het wetboek. Hier had men de afspraken opgeschreven die voor iedereen golden. Daardoor gold niet het recht van de sterkste of de rijkste. Je moest wel genoeg geld of tijd hebben om naar de rechter te gaan.