Samenvatting
0 van 9 vragen beantwoord
Vragen:
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
Informatie
Deze les gaat over voedsel, wonen en techniek in de tijd van jagers en boeren.
Ongeveer 7000 jaar geleden kwamen de eerste boeren in Zuid-Limburg en delen van België wonen. Het aardewerk wat deze eerste boeren gebruikten en wat nog steeds in de grond gevonden wordt, versierden ze met lijnen en banden. Dit wordt Lineair Bandkeramiek genoemd en de makers noemen we daarom Bandkeramiekers. Hoe ze zich zelf noemden, dat weten we niet. Dat geldt ook voor de jager-verzamelaars die hier nog leefden.
Bij elke vraag vind je links onder de knop Kijk & Lees. Hiermee krijg je extra informatie om de vragen te beantwoorden.
Als je de negen vragen hebt beantwoord, dan heb je deze samenvatting geleerd:
• De Bandkeramiekers pasten de omgeving aan door akkers aan te leggen en nederzettingen te bouwen.
• De Bandkeramiekers hadden nieuwe gebruiksvoorwerpen als bijlen en aardewerken potten nodig.
• De Bandkeramiekers waren afhankelijk van landbouw en hadden een zwaarder leven dan de jager-verzamelaars.
Je hebt de test al eerder gemaakt. Daarom kun je deze niet nog eens maken.
De test wordt geladen...
Je moet een account aanmaken of inloggen om te beginnen.
De volgende test moet afgerond zijn alvorens deze te beginnen:
Resultaten
Tijd voorbij
Je hebt 0 van 0 punten gehaald (0)
Categorieën
- Niet gecategoriseerd 0%
Pos. | Naam | Ingeschreven op | Punten | Resultaten |
---|---|---|---|---|
Tabel wordt geladen | ||||
Geen data beschikbaar | ||||
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- Beantwoord
- Beoordeling
-
Vraag 1 van 9
1. Vraag
4 puntenDe Bandkeramiekers hebben een nederzetting gebouwd bij de rivier.
Waarom hebben ze voor deze plek gekozen?
Kies meerdere antwoorden.Kijk & Lees
Als de eerste boeren vanuit het oosten in ons land verschijnen, leven de meeste mensen nog als jager-verzamelaar. Ze vestigen zich in de omgeving van de Maas, in Nederlands Limburg en Belgisch Limburg, tot aan Frankrijk toe. De Bandkeramiekers, want zo noemen wij deze eerste boeren, wonen dan al 200 jaar in Midden en Oost-Europa. Ze delen dezelfde cultuur en hebben op grote afstand contact met elkaar. Ze wonen vooral in gebieden waar lössgrond te vinden is. Deze grond is makkelijk te bewerken en houdt het vocht vast, zodat gewassen als graan er goed op groeien.
Ze bouwen hun huizen op vlakke hellingen, in de buurt van bos en vlak bij een beek of een rivier. Het voordeel is dat men altijd water in de buurt heeft, waar het vee kan grazen en dat het bos te gebruiken is voor het hout en om er vruchten, noten en paddenstoelen te verzamelen. Ook wordt er ook nog regelmatig in het bos gejaagd.
Een groep huizen vormt een nederzetting, meestal zo’n vijf tot tien boerderijen bij elkaar. In de nederzetting staan de huizen allemaal evenwijdig aan elkaar in dezelfde richting. Tussen de huizen door lopen paden en soms is er rond de nederzetting een greppel gegraven. Dit geeft de begrenzing van de nederzetting aan, maar het zal ook het grazende vee buiten de nederzetting houden zodat het niet tussen de huizen door struint.
-
Vraag 2 van 9
2. Vraag
6 puntenDe Bandkeramiekers zijn bezig een huis te bouwen.
Welke materialen hebben ze nodig om dit voor elkaar te krijgen?
Vul de volgende woorden in: boombast – wilgen – takken – schors – klei – boomstammen-
Voor het geraamte hebben ze (boomstammen) en repen van (boombast) nodig.
Voor de muren gebruiken ze takken van (wilgen), die ze dichtsmeren met (klei) en water.
Het dak wordt gemaakt met dunne (stammetjes) en bedekt met riet of (schors).
Kijk & Lees
De boerderijen van de Bandkeramiekers zijn zo’n 15 tot 20 meter lang en bestaan uit drie gedeelten. In het midden is het woongedeelte, want op deze plek brandt het vuur. Men slaapt er om warm te blijven of men zit er om te koken en te eten, kleine klusjes uit te voeren en om naar verhalen te luisteren. Aan de ene kant van het woongedeelte ligt de voorraad voedsel, aan de andere kant is er misschien de plek voor de dieren. Ze staan er waarschijnlijk alleen als het koud wordt in het najaar en de winter.
In elke boerderij woont één familie met grootouders, ouders en kleinkinderen. Ook wonen er broers, zussen, ooms of tantes zonder eigen gezin bij de familie. Een boerderij blijft ongeveer vijfentwintig jaar staan. Een klein stukje verderop wordt dan een nieuwe boerderij gebouwd. Misschien is dit het moment dat de oudste zoon het hoofd van de familie wordt en dat zijn ouders in zijn boerderij komen wonen. De oude boerderij wordt vervolgens afgebroken zodat het hout nog als brandstof te gebruiken is.
Het bouwen van een nieuwe boerderij gebeurt in de winter, wanneer er weinig werk op te land te doen is. Iedereen in de nederzetting helpt mee. In het bos kapt men bomen om de dikke stammen te gebruiken als palen. Dunnere boomstammen worden met repen boombast aan deze palen verbonden tot een geraamte. Met gevlochten wilgentakken worden de wanden afgedekt en met vochtige klei ingesmeerd. Als dit opgedroogd is, heb je een stevige muur waar de koude wind niet meer doorheen gaat. Aan de noordwestzijde plaatst men soms extra houten planken als wand. Op een schuin aflopende dakconstructie van dunne stammetjes, legt men riet of plaggen met schors.
-
Voor het geraamte hebben ze (boomstammen) en repen van (boombast) nodig.
-
Vraag 3 van 9
3. Vraag
4 puntenDe Bandkeramiekers kappen bomen voor hun huizen en om akkers aan te leggen.
Welke gevolgen heeft dat?
Zet de woorden op de juiste plek.Sorteer elementen
- als er te veel bomen worden gekapt.
- als er extra akkers worden aangelegd.
- als akkers niet meer gebruikt worden.
- als er te weinig voedsel in het bos te vinden is.
-
Het bos verdwijnt
-
Er is meer graan te oogsten
-
Het vee heeft ruimte om te grazen
-
Het wild trekt weg
Kijk & Lees
De Bandkeramiekers kappen niet alleen hout voor de bouw van de huizen, maar ook voor het aanleggen van akkers. De akkers die ze aanleggen zijn niet groot, hooguit zo groot als een flinke moestuin. De grond wordt met eenvoudige graafstokken en bijlhakken bewerkt en daarna met granen als emmer, eenkoorn en dwergtarwe, of met tuinvruchten als erwt en linze ingezaaid. Ook verbouwen de boeren vlas met lijnzaad. De vlasstengels worden gebruikt om linnen uit te spinnen, waarmee ze kleding en textiel kunnen maken. Uit lijnzaad wordt olie gemalen.
Na een paar oogsten wordt de grond waarop akkers worden aangelegd onvruchtbaar, zodat er steeds een stukje verderop een nieuwe akker wordt aangelegd. De oude akker verandert in grasland waarop de runderen, schapen en geiten grazen. In het bos scharrelden de varkens. Het vee wordt voornamelijk gehouden voor het vlees en in mindere mate voor de zuivel. Melk wordt niet gedronken, maar gebruikt om er een soort kaas van te maken. Verder wordt de wol en de huid gebruikt om er kleding van te maken, of om te gebruiken in het woongedeelte van het huis. De botten zijn geschikt om allerlei gereedschap van te maken.
Doordat de oude akkers gebruikt worden als grasland kan het bos niet direct herstellen. Zo lang de de eerste boeren op een plek blijven wonen, verdwijnt langzaamaan steeds meer bos en daarmee ook het jachtgebied, waarvan ook de jager-verzamelaars leven.
-
Vraag 4 van 9
4. Vraag
4 puntenDe Bandkeramiekers gebruiken nieuwe gereedschappen en voorwerpen.
Wat hebben ze nodig om graanpap te klaar te maken?
Kies meerdere antwoorden.Kijk & Lees
Vanwege hun levenswijze hebben de eerste boeren werktuigen en gebruiksvoorwerpen nodig die de jager-verzamelaars voor die tijd niet kennen. Voor het hakken van bomen en het bewerken van hout gebruiken de Bandkeramiekers bijlen, dissels en wiggen van steen. Dit steen, dat via uitwisselingsnetwerken afkomstig is uit Midden-Europa, wordt gepolijst en geslepen om het scherp te krijgen. Met bijlen worden de bomen gekapt en met dissels wordt het hout bewerkt. Als een boom gespleten moet worden, gebruikt men een wig.
Naast akkerbouw en veeteelt leven de eerste boeren ook nog voor een klein deel van de jacht. Hiervoor gebruiken ze onder andere, net als de jager-verzamelaars, werktuigen van vuursteen. Er worden pijlpunten, krabbers, boren en messen van gemaakt. Daarnaast wordt het vuursteen ook gebruikt om er sikkels van te maken, waarmee ze bijvoorbeeld het graan oogsten.
Het graan, of een ander gewas, wordt vervolgens gemalen op maalstenen. Een maalsteen wordt van een grof gesteente gemaakt en bestaat uit twee delen, een ligger en een loper. Op de ligger wordt het graan gelegd en met de loper wrijft men over het graan totdat het redelijk fijn geworden is. Doordat er steeds slechts een klein beetjes gemalen kunnen worden, is het zwaar en eentonig werk, dat vooral de vrouwen gedaan wordt.
-
Vraag 5 van 9
5. Vraag
6 puntenDe Bandkeramiekers maken potten van klei.
Op welke manier doen ze dat?
Zet de plaatjes in de juiste volgorde.Kijk & Lees
Bandkeramiekers zijn vernoemd naar het aardwerk dat gevonden is op de plekken waar zij woonden. Dit aardewerk is versierd met diverse lijnen en vormen, wat Lineair Bandkeramiek wordt genoemd. In tegenstelling tot de boeren gebruiken de jager-verzamelaars nauwelijks aardwerken potten. Potten zijn breekbaar en relatief zwaar om mee te sjouwen als je steeds verder trekt.
De potten worden met de hand gemaakt van klei. Voordat de klei geschikt is om te gebruiken, wordt deze vermengd met zand of gemalen steengruis. Dit zorgt ervoor dat de klei niet breekt als de pot gebakken wordt. Als het goed gekneed is, wordt met rolletjes eerst de wand opgebouwd en vervolgens aan elkaar geboetseerd, zodat het een gladde wand wordt. Als de pot genoeg gedroogd is, wordt er met een spatel van been of hout de versiering aangebracht. Tot slot wordt de pot gebakken in een open vuur dat heet genoeg is.
Hoewel het niet zeker is, lijkt het erop dat de potten voornamelijk door vrouwen zijn gemaakt. -
-
Vraag 6 van 9
6. Vraag
4 puntenDe potten die de Bandkeramiekers maken, gebruiken ze op veel manieren.
Op welke manier gebruiken ze deze?
Zet de omschrijving bij de juiste afbeelding.Sorteer elementen
- Om water uit te drinken.
- Om mee te geven met de doden.
- Om broodpap in te koken.
- Om graan in te bewaren.
Kijk & Lees
De meeste vondsten uit de tijd van de Bandkeramiekers die gedaan worden, zijn van steen en aardewerk. Dit komt omdat deze materialen nauwelijks vergaan. De potten van de Bandkeramiekers zien eruit als halve bollen, zonder een plat voetstuk. Er worden vooral voorraadpotten en kookpotten gemaakt, maar ook kommen om uit te drinken en schalen om voedsel op te leggen. Dit laatste aardwerk is dunner en breekbaarder. Soms zijn ze versierd. De potten om te koken en om voorraden in te bewaren hebben een dikkere wand en zijn meestal niet versierd. Om een volle pot met graan op te tillen, zijn er vaak handvaten aan gemaakt. Potten die met de doden worden meegegeven, zijn meestal het mooist versierd en daar door waardevol.
Hoewel steen en aardwerk belangrijke zijn, gebruiken de Bandkeramiekers ook andere materialen om werktuigen en gebruiksvoorwerpen van te maken. Helaas blijft daarvan weinig over in de loop van tijd.
Hout wordt gebruikt om huizen mee te bouwen, maar ook voor graafstokken waarmee de akkers worden bewerkt. Stenen bijlen worden in een houten steel gebonden en hout wordt gebruikt voor de wanden van een waterput of drinkbak. Misschien worden er ook constructies van gemaakt, waarop vlas of wol geweven kan worden.
Huiden van runderen worden schoongemaakt met stenen krabbers en geprepareerd tot leer. Leer is een stevig, sterk en soepel materiaal waarvan lappen, kleding en schoeisel van gemaakt kan worden. Met leren lappen kunnen ook de slaapplekken aangekleed worden. Waarschijnlijk wordt ook wol gebruikt voor kleding of als warme deken.
Been en gewei worden gebruikt als gereedschap, bijvoorbeeld handvat voor een stenen mes, of als spateltje om versiering in aardewerken potten te tekenen. Ook gebruiken de Bandkeramiekers wilgen, planten en vezels om bijvoorbeeld manden van te vlechten. -
Vraag 7 van 9
7. Vraag
6 puntenDe Bandkeramiekers dringen steeds verder het gebied van de jager-verzamelaars in.
Wat vinden de jager-verzamelaars hiervan?
Vul de volgende woorden in: grond – boeren – Bandkeramiekers – jagers – gereedschappen – bos-
De (Bandkeramiekers) kappen bijna al het (bos) en verjagen het wild.
Als (boeren) hebben zij helaas veel vruchtbare (grond) nodig.
Wij (jagers) kunnen dankzij hen wel nieuwe (gereedschappen) en technieken leren kennen.
Kijk & Lees
In de tijd dat er alleen jager-verzamelaars rondlopen, gaan de veranderingen langzaam. Dat komt onder andere omdat jager-verzamelaars geen drang hebben om hun omgeving aan te passen. Voor hen is het belangrijk om het evenwicht in de natuur te handhaven. Ze zorgen ervoor dat er niet te veel gejaagd en verzameld wordt en trekken na een tijdje weg zodat de natuur zich kan herstellen.
De Bandkeramiekers, die gebonden zijn aan een plek, passen hun omgeving juist wel aan en verstoren daardoor veel meer het evenwicht in de natuur. Ze kappen bijvoorbeeld grote hoeveelheden hout voor de bouw van de huizen en het aanleggen van akkers. Daarnaast wordt de grond waarop akkers worden aangelegd na een paar oogsten onvruchtbaar, zodat er steeds een stukje verderop een nieuwe akker wordt aangelegd. Op de oude akker graast vervolgens het vee, waardoor het bos zich daar niet direct kan herstellen. Zo lang de eerste boeren op een plek blijven wonen, verdwijnt langzaamaan steeds meer bos en daarmee ook het jachtgebied, waarvan de jager-verzamelaars leven.
-
De (Bandkeramiekers) kappen bijna al het (bos) en verjagen het wild.
-
Vraag 8 van 9
8. Vraag
4 puntenBandkeramiekers versieren eeuwenlang hun potten.
Op welke manier veranderen ze de versieringen in de tijd?
Zet de potten op volgorde van tijd.Kijk & Lees
De Bandkeramiekers gebruiken verschillende soorten potten, maar alleen de potten met dunne wanden worden versierd. Op deze wanden tekenen ze golven, zigzaglijnen, spiralen en bogen.
In de loop van de tijd veranderen de versieringen waardoor te bepalen is wanneer de pot ongeveer is gemaakt. De eerste potten hebben alleen een paar eenvoudige lijnen. Later wordt de lijn versiert met hier en daar een kleine inkeping. Daarna begint men in plaats van de lijnen, versieringen met alleen inkepingen te tekenen. Tot slot worden de vlakken tussen twee lijnen met talloze streepjes ingevuld. Mogelijk worden de versieringen ook nog gekleurd met fijn gruis van botten, met oker of met houtskool.
De versierde potten zijn met zorg gemaakt en worden meegegeven in het graf. Wat er in de pot wordt gedaan is niet bekend, maar misschien wordt er voedsel meegegeven. Naast een aardewerken pot, krijgen de mannen vooral bijlen, dissels en pijlen met boog mee, terwijl de vrouwen vooral maalstenen en sieraden van schelpen of kralen meekrijgen.
Hoewel jager-verzamelaars hun doden ook begraven en grafgiften meegeven, zijn de eerste boeren meer geneigd om de graven ook te markeren. Misschien zetten de Bandkeramiekers een steen of een paal bovenop het graf. -
-
Vraag 9 van 9
9. Vraag
4 puntenDe Bandkeramiekers hoeven niet rond te trekken op jacht naar voedsel.
Waarom is het leven van hen dan toch zwaarder?
Verbind de tekst met elkaar.Sorteer elementen
- krijgt men vergroeide botten.
- krijgt men een slecht gebit.
- wordt men eerder ziek.
- kan men niet zomaar verder kan trekken.
-
Door het zware en eentonige werk...
-
Omdat er vooral graanpap wordt gegeten...
-
Door samen met het vee te wonen...
-
Als de oogst mislukt is...
Kijk & Lees
De eerste boeren hebben meestal voldoende voedsel beschikbaar en dus kunnen er meer mensen gevoed worden. Er worden daarom ook meer kinderen geboren. De jager-verzamelaars moeten hun baby’s altijd meedragen als ze verder trekken. Pas als de kinderen groot genoeg zijn om zelf te lopen, komt er een nieuwe baby. Bij de boeren kunnen de moeders sneller achter elkaar baby’s krijgen, want zij hoeven er niet mee rond te sjouwen. Hun aantal groeit daarom sneller dan het aantal jager-verzamelaars. Maar voor een groeiende bevolking is ook weer nieuwe landbouwgrond nodig en nieuwe nederzettingen.
Hoewel er meestal voldoende voedsel bij Bandkeramiekers is, is het minder gevarieerd dan bij de jager-verzamelaars. De Bandkeramiekers eten min of meer elke dag hetzelfde; ze eten voornamelijk graan wat hun gebit aantast. Daarbij kan de oogst mislukken waardoor er hongersnood ontstaat. Ze kunnen in zo’n situatie niet meteen vertrekken naar voedselrijke gebieden, zoals de jager-verzamelaars. Ook moeten de Bandkeramiekers harder werken voor hun voedsel. Er moet gezaaid worden, de akker moet onderhouden worden en uiteindelijk moeten de gewassen geoogst worden. Ook moet er vee worden gefokt, verzorgd en geslacht. De Bandkeramiekers hebben door dat harde werken veel meer last van pijn hun lichaam dan jager-verzamelaars. Daarnaast zorgt het vee of ongedierte ervoor dat er allerlei ziektes overgedragen worden.
Al met al lijkt het voor jager-verzamelaars helemaal niet aantrekkelijk om boer te worden. Toch zullen zij uiteindelijk ook hun manier van leven aanpassen. Er gaan echter nog duizenden jaren overheen voordat het zover is.
De Bandkeramiekers is iedereen dan alweer vergeten.