Krimpenerwaard Op de Kaart (2)

In het kader van Open Monumentendag 2009 heb ik in samenwerking met de Historische Vereniging Ouderkerck op d’IJssel de tentoonstelling ‘Op de Kaart’ samengesteld. Hieronder volgt de tentoonstellingstekst met een paar afbeeldingen.

Ontginning

op de kaart 2

Een regelmatig patroon van sloten, vlieten, kaden en weteringen is duidelijk op de kaart te herkennen. In het noordelijke deel van de polder zijn de sloten noordwest – zuidoost georiënteerd en in het zuidelijk deel liggen ze in noord – zuid richting. In de omgeving van Haastrecht en langs de Vlist wijkt de oriëntatie van de sloten af.




Vanaf de 12e eeuw is de Krimpenerwaard ontgonnen door uitgiften van copes. Deze uitgiften vonden in het gehele veengebied  tussen Holland en Utrecht plaats . De graaf van Holland en de bisschop van Utrecht probeerden op deze manier hun machtsinvloed ten opzichte van de ander te vergroten. Een cope was een overeenkomst tussen de landsheer en de ontginners, waarin onder andere bepaald was welke breedte en welke lengte de hoeve mocht hebben. In ruil voor de uitgifte ontving de landsheer een deel van de opbrengst na de ontginning.

middeleeuwen landbouw
Een middeleeuwse prent waarop te zien is dat het land wordt bewerkt, dat er wordt gezaaid en geoogst en dat het gebracht wordt naar de landheer.
scan uit J. Evans, The Flowering of the Middle Ages – London 1985

De grote rivieren, maar ook het riviertje Vlist vormden de basis van de ontginning en daar begon men ook te wonen. De rivieren waren aanvankelijk bestemd voor afwatering en daarom werden tussen de hoeven op 30 roeden (ca. 100m) afstand sloten gegraven, die haaks op de rivier kwamen te liggen. De sloten gingen zes voorling (ca. 1250 m) landinwaarts, waarna er een achterwetering werd gegraven die de afwatering van het achtergelegen veen moest opvangen. Deze achterkade of landscheiding werd in sommige gevallen weer gebruikt als ontginningsbasis.

krimpenerwaard ouderkerkse landscheiding
De Ouderkerkse landscheiding ligt op de grens van polder de Nesse en Wellepoort. Deze achterkade is niet opnieuw gebruikt als ontginningsbasis omdat het achterliggende gebied een restontginning betreft.
foto Theodoor Schipper, 2009

Waar twee ontginningsrichtingen op elkaar stuitten, bleef soms een restontginning over. Dit is meestal een onregelmatig of driehoekig gevormd stukje land. Een restontginning bleef lange tijd onbenut of diende als boezem. De Stolwijker Boezem, de Hoge Boezem bij Haastrecht en het Loetbos zijn voorbeelden van restontginningen. Ook ten noorden van Schoonouwen ligt een mooi stukje.

haastrecht hooge boezem gemaal
Het voormalige hulpstoomgemaal aan de Hooge Boezem achter Haastrecht. Het werd steeds lastiger om met windmolens de bemaling te verzorgen. Vandaar dat dit stoomgemaal in 1872 werd gebouwd. Rond die tijd verschenen in de hele Krimpenerwaard stoomgemalen.
fotoscan uit G. Borger e.a., Het Groene Hart, een Hollands cultuurlandschap – Utrecht 2003. orgineel Stichting Gemaal de Hooge Boezem, Haastrecht