In het kader van Open Monumentendag 2009 heb ik in samenwerking met de Historische Vereniging Ouderkerck op d’IJssel de tentoonstelling ‘Op de Kaart’ samengesteld. Hieronder volgt de tentoonstellingstekst met een paar afbeeldingen.
IJssel en Lek
De beide rivieren IJssel en Lek hebben vanzelfsprekend een grote rol gespeeld bij de ontwikkeling van de Krimpenerwaard. In een oorkonde uit 944 wordt melding gemaakt van ‘pago Lacke et Isla’, de gouw Lek en IJssel.
De IJssel ontstond rond het begin van de jaartelling als zijloop van de Oude Rijn die toen nog bij Katwijk de Noordzee instroomde. Door verzanding veranderde de loop van de Rijn, waardoor de IJssel in zuidelijke richting begon te stromen.
Vanaf de achtste eeuw vormde de Lek de belangrijkste benedenrivier van de Rijn. Nadat in 1285 de IJssel bij Nieuwegein werd afgedamd vormde zij minder gevaar bij overstromingen dan de Lek.
Na de 11e eeuw werden de rivieren bedijkt. Rond die tijd begint ook de bewoningsgeschiedenis van de Krimpenerwaard met de uitgifte van stukken land voor ontginning. De IJssel en de Lek vormde de basis van de ontginning. Daarom zijn hier de oudste nederzettingen ontstaan. Later werd ook het binnengebied ontgonnen.
Door hun ligging langs de rivier ontwikkelde de dijkdorpen zich tot bedrijvige kernen met contacten buiten de Krimpenerwaard. Krimpen aan de Lek was bijvoorbeeld in de 17e eeuw een centrum van de walvisvaart. En Ouderkerk aan de IJssel werd bekend door de IJsselmannen, binnenvaartschippers voor het vrachtvervoer.