Er worden kastelen gebouwd

Voor de serie Blokboek Geschiedenis van Educatieve Uitgeverij Kinheim heb ik de teksten herschreven, waarbij de kenmerkende aspecten het uitgangspunt waren.

Graven en hertogen

Het grote Frankische rijk werd in de 9e eeuw door de kleinzonen van Karel de Grote in drie kleinere gebieden verdeeld. In het westen ontstond een koninkrijk en in het oosten een keizerrijk. Tegenwoordig heten deze landen Frankrijk en Duitsland. Ons land maakte deel uit van het Duitse keizerrijk.

De bevolking had veel last van de Noormannen. Om hen beter te beschermen, gaf de graaf opdracht om ringwalburchten te bouwen. Hierheen kon men naar toe vluchten.
De graaf van Holland en Zeeland, en de graaf van Vlaanderen kregen zo steeds meer macht. In het oosten was dat de hertog van Gelre en in het zuiden de hertog van Brabant. Ook de bisschop van Utrecht verwierf macht en gebieden.
Net als de keizer hadden graven, hertogen en bisschoppen een leger van dappere vertrouwelingen nodig voor het geval hun gebied aangevallen werd. Zij werden achterleenmannen genoemd, want in ruil voor hun hulp kregen deze mannen ook gebied in leen. Dit waren landerijen met een kasteel.

Kastelen

De eerste kastelen werden motte genoemd. Een motte was een aangelegde heuvel met daarop de houten of stenen woontoren van de kasteelheer. Voor de heuvel lag een voorhof. Op deze binnenplaats stonden woningen en stallen. Een aarden wal of een stenen muur en soms een gracht, beschermde de motte.

monniken ridders motte

Graaf Floris V liet vanaf 1275 een nieuw soort kasteel bouwen. Dit stenen kasteel was beter te verdedigen dan de ronde burchten. Hij had dit in Engeland gezien. Het was vierkant met ronde hoektorens en een gracht. Op verschillende plekken in ons land zijn de kastelen van Floris nog te vinden, het bekendste is bijvoorbeeld het Muiderslot.

Kasteelheer

Op een kasteel verbleef de kasteelheer met zijn gezin en het gevolg van ridders en jonkvrouwen. Men noemde zichzelf adel. In de woontoren, de donjon, bevond zich de ridderzaal. Daar werden de feesten en banketten gehouden. Men nodigde adellijke vrienden van andere kastelen hiervoor uit. Ook kwamen minstrelen en acrobaten langs. Zij maakten muziek, vertelden verhalen of nieuwtjes en deden kunstjes. Soms werd er een toernooi gehouden. Voor ridders was dit een goed moment om aan de jonkvrouwen te laten zien hoe sterk ze waren.

De boeren uit de omgeving moesten een deel van hun oogst naar het kasteel brengen. In ruil daarvoor kregen ze bescherming. Men vluchtte in geval van oorlog of een plundering naar het kasteel.

monniken ridders ridders toernooi

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *