De Tachtigjarige oorlog

Voor de serie Blokboek Geschiedenis van Educatieve Uitgeverij Kinheim heb ik de teksten herschreven, waarbij de kenmerkende aspecten het uitgangspunt waren.

Unie van Utrecht

Het gewest Holland en Zeeland was na 1572 stevig in handen van de opstandelingen. Dit betekende onder andere dat er voor de katholieke kerk geen plaats meer was. Priesters, monniken en nonnen werden verjaagd. Kloosters werden gesloopt of op een andere manier gebruikt, bijvoorbeeld als paardenstal. Uit de kerken werden altaren en heilige beelden gehaald en de mooie schilderingen werden met witte verf overgeschilderd. Voortaan mochten hier alleen protestantse aanhangers van Calvijn naar de kerk gaan.
In 1579 sloten zeven noordelijke gewesten samen met Willem van Oranje een verbond in Utrecht. Zij trokken voortaan gezamenlijk op als hun gebied aangevallen zou worden. Later besloten zij om in plaats van Filips II een andere vorst te zoeken.
Ook in de zuidelijke gewesten zaten aanhangers van Willem van Oranje. Steden als Gent, Brugge en Antwerpen wilden zich graag aansluiten bij hem aansluiten, maar de meeste zuidelijke gewesten bleven trouw aan Filips II. De Spanjaarden hadden het daarom hier nog voor het zeggen.

Vogelvrij

Filips II vond Willem van Oranje een verrader en verklaarde hem vogelvrij. Het betekende dat je niet gestraft werd als je hem vermoordde. Op 10 juli 1584 lukte het Balthasar Gerards om Willem neer te schieten, maar hij werd meteen door de aanhangers van de prins gepakt en gestraft. Toen op 17 augustus 1585 ook het rijke Antwerpen door het Spaanse leger werd ingenomen, leek de opstand mislukt. Veel protestante inwoners van de stad vluchtten naar het noorden.
Vertegenwoordigers van de noordelijke gewesten vergaderden in de Staten Generaal, een soort parlement, met elkaar over de toekomst. Wie moest de leiding nemen, nu Willem van Oranje er niet meer was?
Uiteindelijk besloten de Staten Generaal om voortaan zelf te regeren, zonder landsheer of vorst. De zeven gewesten vormden met elkaar een republiek, waarin elk gewest en een aantal belangrijke steden mochten meebeslissen in de Staten Generaal. Voortaan heette ons land de Republiek der Zeven Verenigde Provincies of kort gezegd de Republiek.

ontdekkers hervormers moord willem oranje
Willem van Oranje werd in Delft vermoord.

Eindelijk vrede

Elke provincie (gewest) had een eigen bestuur met een raadspensionaris die de leiding had over het bestuur in de provincie. Holland was de belangrijkste provincie omdat zij het meeste geld opbracht. Johan van Oldenbarnevelt was in de eerste vijfentwintig jaar raadspensionaris van Holland en was daardoor een soort minister-president van de Republiek.
Na de dood van Willem van Oranje werd zijn zoon Maurits tot bevelhebber van het leger benoemd. Hij bleek het beter te doen dan zijn vader, want organiseerde het leger op de juiste manier. Onder zijn leiding heroverde het Staatse leger veel steden. Met een slim plan en een turfschip wist Maurits bijvoorbeeld Breda te veroveren.
Van Oldenbarnevelt onderhandelde intussen met de Spanjaarden over vrede, dit tot ergernis van Maurits. Hij wilde namelijk liever doorvechten. Het werd geen vrede, maar tussen 1609 en 1621 werd er niet gevochten. Maurits en Van Oldenbarnevelt kregen ruzie en het kwam niet meer goed tussen die twee. Maurits werd in 1625 opgevolgd door zijn broer Frederik Hendrik, die ook al een uitstekende bevelhebber bleek te zijn. Hij veroverde een groot deel van Brabant en het gebied rond Maastricht.
In 1648 werd in Münster na ongeveer tachtig jaar toch nog de vrede getekend. Inmiddels waren de Nederlanden machtiger geworden dan Spanje.

ontdekkers hervormers staats leger
Maurits organiseerde het Staatse leger.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *